Wanneer u geld leent, moet u de hoofdsom plus rente terugbetalen. Rente wordt in rekening gebracht op basis van een eenvoudig of nominaal tarief. Typisch, geldschieters ook kosten aan de opdrachtgever toe te voegen. Dit kunnen kosten voor het verwerken van een lening zijn, "punten" die worden toegevoegd aan een hypotheek of een verscheidenheid aan andere kosten. Bij elkaar opgeteld, maken rente en kosten deel uit van uw financieringskosten. Voor de effectieve kosten of het jaarlijkse percentage worden de totale financieringskosten gebruikt om de werkelijke kosten van een lening te berekenen, uitgedrukt als een percentage.
De effectieve kosten zijn de totale kosten van het lenen, niet alleen de rentelasten.
Formule om effectieve kosten te schatten
Nauwkeurige bepaling van effectieve kosten vereist complexe wiskunde. U kunt een schatting van de effectieve kosten berekenen met behulp van een vrij eenvoudige formule. Zoek eerst de totale financieringskosten door alle rente over de looptijd van de lening in rekening te brengen bij andere kosten. De formule om de effectieve kosten te schatten is 2 (F N) / (A (T + 1)). F is gelijk aan de totale financieringskosten, N is het aantal betalingen per jaar, A is gelijk aan het totale terugbetalingsbedrag en T is het totale aantal betalingen. Stel dat je $ 1.000 leent en de financiële kosten in totaal $ 250, dus het bedrag dat je moet terugbetalen is gelijk aan $ 1.250. U verricht maandelijkse betalingen over een periode van twee jaar. Je hebt er 2 ($ 250 12) gedeeld door ($ 1.250) (24 + 1). Dit komt neer op een geschatte effectieve kosten of APR van 19,2 procent.
FAQ - 💬
❓ Hoe maak je een kosten berekening?
👉 Voor de kostprijs heb je de vaste kosten per product nodig. Dit bereken je door de totale vaste kosten te delen door de hoeveelheid producten.
❓ Hoe bereken je de variabele kosten per stuk?
👉 Hoe hoger de productie, hoe hoger de variabele kosten. Je kan dit zien als kosten per stuk. De formule voor de totale variabele kosten (TVK) is: TVK = variabele kosten per stuk x afzet, ook wel: TVK = V x Q. De afzet is het aantal producten en/of diensten geleverd door het bedrijf.
❓ Wat is de kostprijs formule?
👉 In dat geval kan de kostprijs ook worden berekend met de formule k = C/N + V/W. In deze formule staan de variabelen voor de volgende betekenissen: 'k' is de kostprijs; 'C' zijn de constante kosten; 'N' is de normale productie; 'V' zijn de variabele kosten en 'W' is de werkelijke productie.
❓ Hoe bereken je het break even point?
👉 Break-even punt: de situatie waarin de totale opbrengsten of omzet (TO = verkoopprijs x afzet = P x q) precies gelijk zijn aan de totale kosten (TK). Break-even afzet: de afzet (q) die hoort bij het break-even punt. Break-even omzet: de omzet (P x q) die hoort bij het break-even punt.
❓ Is de kostprijs inclusief btw?
👉 De btw wordt door de verkoper of dienstverlener toegevoegd aan de prijzen van hun goederen of diensten. Bijvoorbeeld wanneer een product of dienst zonder btw 100 EUR kost, dan kost dit 121 EUR na de toeslag (de BTW bedraagt 21 EUR). Het wordt echter meer verwarrend voor een kostprijs van 100 EUR inclusief BTW.
❓ Hoe bereken je de commerciële kostprijs?
👉 Commerciële kostprijs - Verkoopkosten kunnen we verdelen in constante en variabele kosten. Formule commerciële kostprijs: -Integrale fabricage kostprijs + standaard verkoopkosten per product.
❓ Wat is een voorbeeld van variabele kosten?
👉 Wat valt er onder variabele kosten? Hieronder vallen alle kosten die maandelijks veranderen en/of afhankelijk zijn van de productiehoeveelheid. Het beste voorbeeld is meel voor de bakker. Als de bakker namelijk 1.000 broden produceert heeft hij veel minder meel nodig dan als hij 100.000 broden maakt.
❓ Hoe bereken je de TK?
👉 De totale kosten kunnen worden berekend als: De totale variabele kosten (TVK) plus de totale constante kosten (TCK) De variabele kosten per product vermenigvuldigd met de afzet (q) plus de totale constante kosten (TCK)
❓ Wat is een kostprijsmodel?
👉 In het kostprijsmodel staan de kostprijsfactoren die Profit in de prijsafspraak toepast om de kostprijs en verkoopprijs op basis van de nominale marge te berekenen. De gegevens uit een prijsafspraak zijn uit verschillende bronnen afkomstig. In de klantovereenkomst kun je terugzien welke bronnen dat precies zijn.
❓ Hoe bereken je de GK?
👉 Niet allen de totale kosten (K) zijn interessant, maar ook de gemiddelde kosten (GK). Dat zijn de kosten per geproduceerd artikel. Als er bijvoorbeeld 120 artikelen worden geproduceerd en dat kost in totaal €570,- dan is dat gemiddeld 570/120 = €4,75 per stuk. Waarom is dat interessant?
❓ Hoeveel moet ik verkopen om winst te maken?
👉 Als de inkoopprijs € 100 bedraagt en je hanteert een winstmarge van 30% van de verkoopprijs, moet de verkoopprijs € 142,90 zijn. (100 x 10/7). Als je nu 30% korting geeft, speel je quitte. Dit rekent niet alleen makkelijker, maar jouw marge is ook groter en leidt tot een hogere omzet.